vrijdag 1 november 2019

Historische foto’s van de Vlaamse visserij (XVIII)

Net zoals ik dat elke maand doe, tast ik ook nu weer met mijn onschuldige hand in het fotoarchief van Het Visserijblad. Ik haal er willekeurig 10 foto’s uit, en dat is de oogst voor de maand november.


1.  Doopplechtigheid van de Z.533 Virtus. Van links naar rechts: scheepsbouwer Roger Degraeve, Jozef (Klakke) Vantorre, Pol Paye, Ferdinand De Voogt, Jozef en Guido Pappé, Leon De Graeve.
In december 1954 vierde de vismijn van Zeebrugge het heuglijke feit dat de omzet er de kaap van de 100 miljoen Belgische frank had overschreden. Reders en bemanningleden mochten er een geschenk afhalen. Voor de reders was dat een ‘kunstteljoor’ en voor de vissers een ‘kunstig cigarettenbakje’.    

3. Op donderdag 22 december 1954 werd op de scheepswerf van Achiel Hillebrant de Z.400 Broeder Isidoor te water gelaten. (foto boven) In 1986 werd het uit de officiële lijst van vissersvaartuigen geschrapt en kwam het in handen van ‘een vrouw uit Gent’ die het tot een pleziervaartuig wilde ombouwen (twee onderste foto’s). Het is ons niet bekend hoe het het vaartuig verder vergaan is. 

4. Vishandelaars in de Oostendse vismijn (Foto André, jaartal is ons onbekend.)


5 en 6. In 1962 werd de Z.565 Narwal op Beliard Murdoch gebouwd. Het schip van 70,57 meter lang was een diepvriestrawler.

7. De O.305 François Musin heeft niet alleen een lange visserijgeschiedenis achter de rug, het schip kant ook al een lange restauratiegeschiedenis. Een van de pioniers die het werk onderschatte heet Alex Quienen. We zien hem hier in 2001 vol goede moed aan boord van het schip. 


8. In februari 1956 kwamen drie garnaalvissersvaartuigen in de mist vast te zitten ter hoogte van Duinbergen, waar op dat moment zandopspuitingen gebeurden en golfbrekers gebouwd werden.

9. Vanaf de jaren dertig werd de consumptie van vis gestimuleerd d.m.v. affiches en kookboeken zoals dit.

10. Februari 1946. De mannen van de Z.50 Lydie-Zuzanne heeft een groep drenkelingen kunnen redden. Van links naar rechts: Theo, Robert, Petrus en Pros Everaert, Thuur Gheselle, Jozeph Populier en een ons onbekende scheepsjongen.


zondag 29 september 2019

Historische foto’s van de Vlaamse visserij (XVII)

Net zoals ik dat elke maand doe, tast ik ook nu weer met mijn onschuldige hand in het fotoarchief van Het Visserijblad. Ik haal er willekeurig 10 foto’s uit, en dat is de oogst van de maand oktober.


1. 1941 — Vlaamse visserskinderen in de Belgische school in Brixham. In het 7de en 8ste leerjaar krijgen ze er les van mevrouw Arras (vooraan links). We zien ook Edmond Bacquart, Raymond Gheselle, Raymond Vandierendonck, Victor Vantorre, Henri Vandewaude, Frans Bryse, François Timmerman, Raymond Defer, Jozef Rappé, Gustaaf Desmidt, Henri Devriendt, Charles Goderis, Jean Debruycker, Filip Vermeersch, André Vanwaes, Louis Houcke, Jean Geselle (?), Tahon, Legein, Gaby Borrey, Germaine Sluyters, Jan Roos, Jenny Deprez, Julienne Duyck, Hélène Vandewalle, Germaine Dasseville. [Er ontbreken nog enkele namen. Wie ons verder kan helpen …]

2. Ik citeer uit ‘Ons Volk’. Het jaar is 1933. Titel: De staking der garnaal visschers: ‘In overeenstemming met de prijsontwikkeling op alle marktgebieden zijn ook de garnaalprijzen sterk gedaald - tot verheugenis van de verbruikers en vooral van de minderbedeelde verbruikers, die, nu zij zich veelal noodgedwongen het gebruik van vleesch moeten ontzeggen, ten minste goedkope garnalen kunnen eten. Maar natuurlijk ook tot groote droefenis van de garnaalvisschers. Zij willen een beteren prijs voor hun garnalen maken en ook van hen kan men niet zeggen dat ze ongelijk hebben. Maar het is niet onze taak in dit geschil positie te nemen. Aanvankelijk hebben de visschers getracht, de prijzen te doen stijgen door den aanvoer van garnaal te beperken. Zij bleven één of twee dagen thuis in stede van uit te varen en dachten zodoende het aanbod te kunnen verminderen. Veel effect leverde dit echter niet op. Integendeel, de prijzen bleven verder verminderen. Nu liep den visschers de gal over. Zij stroomden te hoop in hun vergaderlokalen en beraadslaagden, op welke wijze men de aanvoer van garnaal radikaal zou kunnen beperken, zonder er zelf al te veel nadeel van te hebben. Het antwoord lag voor de hand: restrictie van den invoer uit Nederland! En om hun eisch kracht bij tezetten zijn zij in staking gegaan. Te Oostende liggen 108, te Zeebrugge 73, te Nieuwpoort 60 en te Blankenberge 18 visschersboten werkloos in de haven. Van alle masten hangen de vlaggen halfstok; de ruim zevenhonderd visschers hebben zich als één man bij de staking aangesloten.’

3. De bouw van de Z.425 Research dateert van 1945, maar het vaartuig werd pas op 10 september 1955 opgeleverd op de werf Van Loo in Zeebrugge, waar hij verder was afgewerkt. Opdrachtgever was de rederij Pierlot & C° (Maurice Pierlot en Sanssens).

4. In 2005 publiceerde Dany Soete zijn derde (foto)boek over de Blankenbergse visserij. In ‘Blankenberge, zijn vissersverlieden 1850-1950’ beschrijft de auteur, zelf een kleinzoon van een Blankenbergse garnaalvisser, de laatste generatie uit de periode voor 1950.

5. In 2005 kreeg de Oostendse volkszangeres Lucy Loes een borstbeeld. Het werk van Josyane Vanhoutte staat vlak voor de beroemde Oostendse Vistrap.

6. In september 2005 maakten de Vlaamse garnaalvissers zich boos omdat ze maar weinig geld kregen voor hun waar. Uit protest kapten ze een mand uit voor de deuren van hun organisaties. Op de foto zien we Kurt Deman aan het werk. Het spandoek zegt dat de Belgische garnaalvissers ‘op sterven na dood’ zijn.

7. De eerste bemanning van de O.124 Fighter, in 1985. Marc Dezutter, Manfred Jonckheere, Freddy Larrangé, Johnny Brys, Fernand Ghesquière en scheepsjongen Franky Schreus.

8. Op 18 oktober 1955 werd de Z.561 Heideroosje te water gelaten op de scheepswerf Seghers in Oostende. Opdrachtgever was Henri Demaecker uit Hiest. Het schip werd gevoerd door diens zoon Gilbert.

9. De Oostendse visserij placht een vooraanstaande rol te spelen in de Oostendse politiek. Eerste schepen Emile Vroome verwelkomt gouverneur Hendrik Baels in Oostende. Ik haal de foto uit een boekje dat Vroome op latere leeftijd bijeenschrijft. Hij draagt dat boekje op aan o.a. ‘de nagedachtenis van mijn voorbeeldige Vader, die als stuurman ter visserij heeft gevaren (…)’. Over de visserijcarrière van gouverneur Baels vindt u hier meer.

10. Van links naar rechts: de Z.34 van Pol (‘mussche’) Vantorre, de Z.32 van Eugene Verpoorter en de H.69 van de familie Rappé. Bij de aanvang van W.O. II vlucht de familie uit België weg. Ze nemen ook vrienden mee, in totaal 19 mensen.

O.S.C. Avondgenoegen treedt op in — BREDENE, de fakkel, zondag 20 oktober, 16 uur — OOSTENDE OOSTEROEVER, O.666, vrijdag 25 oktober, 19 uur — WENDUINE, Persepit (in de duinen), 24 november, 14 uur — OOSTENDE STAD, De Grote Ruutten, 1 december (uur volgt) …

maandag 2 september 2019

Historische foto’s van de Vlaamse visserij (XVI)

Net zoals ik dat elke maand doe, tast ik ook nu weer met mijn onschuldige hand in het fotoarchief van Het Visserijblad. Ik haal er willekeurig 10 foto’s uit, en dit is de oogst van deze maand.


1.  De O.298 Van Dyck werd in 1950 voor de NV Motorvisserij (familie Decrop) gebouwd. Het was het laatste stoomschip dat in ons land actief was. In 1964 verliet het Oostende om er nooit meer terug te keren. De periode van de stoomschepen ter visserij was definitief voorbij.

2. Nauw verbonden met de visserij: de werkhuizen Perfecta in Zeebrugge.

3. Op 23 oktober 1956 werd op de Britse werf Cook, Welton & Gemmell ltd de O.299 Breughel te water telaten. Opdrachtgever: NV Motorvisserij uit Oostende.

4. De O.533 Virtus werd gebouwd in 1965. In 2005 was het einde loopbaan. De laatste visser die het uitreedde was de Oostendse schipper Fernand Verleene (†). Hij hield ermee op en kreeg van de overheid een slooppremie toegekend. Zover kwam het in 2005 niet. Het werd een blikvanger voor de toeristische industrie aan de oude Zeebrugse vissershaven.


5. Alle vissersvaartuigen van de NV Motorvisserij droegen namen van kunstschilders. Links het stoomschip Van Eyck, rechts de Van Orley. Beide schepen verlieten de werf in 1951. 

6. In veel kustgemeenten vind je ook vandaag nog huizen die getuigen van de welvaart die de visserij met zich meegebracht heeft. Sommige van die huizen zijn inmiddels een beschermd monument geworden. Dat is het geval voor Villa Julia op de Graaf de Smet de Naeyerlaan in Oostende. Het basrelief in de gevel toont een visser met schip. Naar alle waarschijnlijkheid heeft de visser trekken van de bouwheer August Vileyn, een van de talrijke Pannenaars die zich in Oostende kwamen vestigen. (foto gw†)

7. In 1947 chartert de NV Motorvisserij drie vaartuigen van de Belgische staat. Het stoomschip O.301 James Ensor is er een van.

8. Op 22 april 1918 wordt tussen de Duitsers en de Britten een verschrikkelijk zeegevecht geleverd, met als inzet: de havenmond van Zeebrugge. Van daaruit vertrekken immers U-boten die op zee dood en verderf zaaien. De Britten proberen oude schepen in de vaargeul tot zinken te brengen, en die zodoende onbruikbaar te maken. De luchtfoto toont het resultaat. 

9. Baders in Oostende, omstreeks 1920. Op de achtergrond het oud-kursaal.

10. ’t Is iets wat wel meer gebeurd. Tijdens het vissen wordt niet alleen maar vis bovengehaald. In augustus 2005 haalde de O.82 Nautilus van Rudy Barbaix een oud-stokanker van 2 ton boven. Het werd op de kaai gelegd, naast een ander exemplaar (2.800 kg) dat hetzelfde schip eerder al had meegebracht. Op de foto: Rudy Barbaix, schipper Andy Loyen, matroos Kenneth Brackx en scheepsjongen Orry Blontrock. (foto gw†)

Wie nu nog twee minuten tijd heeft 
moet zeker eens luisteren naar 
De plechtigheid
een verhaal dat zich in Oostende afspeelt, 
op een Dag der Zeelieden. 
Zowel vissers als marinesoldaten zijn 
ervoor aan de wal gebleven. 
De feestelijkheden gaan, omwille van het barre weer, 
niet door. 
De gevolgen zijn ernaar, luister maar: