Nadat de Vlaamse Visveiling in 2012 al een
omzetvermindering van 7,7% moest incasseren, is dat cijfer in 2013 nog eens met
13% gedaald. Van de 75,2 miljoen euro die het bedrijf in het eerste fusiejaar
gerealiseerd had, blijft 2 jaar later minder dan 60,5 miljoen over.
Het is niet het eerste jaar dat de omzet
vermindert, nieuw is wel dat ook de aanvoer erop achteruit gaat: van 18.153 ton
in 2012 naar 16.764 ton in 2013, een achteruitgang van 8%. Zou het kunnen dat
de Vlaamse vissers hun geluk elders gaan zoeken? De vermoedens gaan in die
richting, maar het is wachten op meer gedetailleerde cijfers om dat eventueel te bevestigen.
De tegenvallende cijfers zijn in de eerste
plaats slecht nieuws voor de Oostendse visserij. Want de Vlaamse Visveiling
veilt daar nauwelijks nog vis. Volgens de regionale televisiezender Focus
zou 35% van de vangsten van 2013 in de Oostendse vismijn aan de wal gezet zijn:
5.874 ton. In 2012 was dat nog 6.360. Maar ook dat was veel te weinig, want het
was beduidend minder dan wat de vismijnuitbaters contractueel beloofd hadden.
Het wordt dan ook hoe langer hoe duidelijker dat de
vismijnuitbaters de Oostendse vismijn aan het leeghalen zijn. In 2010, het
laatste jaar dat de Oostendse vismijn los van de NV Vlaamse Visveiling
functioneerde, werd daar nog 7.470 ton vis aangevoerd. In 2013 is dat
verminderd met maar liefst 1.596 ton.
Dat de aanvoer in 2013 ook in Zeebrugge afgenomen is,
mag daarin geen argument zijn, want de vismijnuitbaters hadden zich eerder sterk
gemaakt dat 45% van de aanvoer in Oostende geveild zou worden. 45% van veel of 45% van weinig, blijft wel degelijk 45%. Moeilijk is dat niet te verwezenlijken, want de veilinguitbaters bepalen zelf waar en wanneer de aangevoerde vis geveild wordt. Er valt evenwel geen enkel
teken te ontwaren dat erop wijst dat ze inspanningen geleverd hebben om het contract na te komen. Wel integendeel.
Intussen moet er niet meer aan getwijfeld
worden: de Vlaamse Visveiling komt haar contractuele afspraken in Oostende niet
na. In het contract staat dat de nieuwe vismijnuitbaters zich ertoe verbinden ‘om minstens 45% van het volledig jaarlijks
volume van alle verse vis, week en schaaldieren die door de Belgische vloot naar
de exploitatiezetels te Oostende en te Zeebrugge van de Vlaamse Visveiling
worden aangevoerd (via vissersvaartuigen koeltransporten of andere
aanvoermiddelen) (…) te veilen in Oostende.’ De referentieperiode waarop
dat bekeken wordt startte op 1 januari 2011 en loopt af op 31 december 2015.
Zal de Vlaamse Visveiling tegen die datum
gemiddeld 45% van de aanvoer in Oostende geveild hebben? Nog voor de referentieperiode ten einde is kan al met 100% zekerheid gezegd worden dat dit niet
het geval zal zijn. In 2011 werd geen 45% in Oostende gemijnd, maar slechts
31%. In 2012 was het 35% en verleden jaar weer 35%. Een gemiddelde van 45% kan over
de periode 2011-2015 geenszins gehaald worden!
Er is meer. In het contract dat de
kapitaalhouders met de stad Oostende afsloten staat ook: ‘EFC en ZV hebben zich middels de Erfpacht tegenover het Vlaams Gewest
verbonden om binnen de drie jaar na het verlijden van de authentieke akte van
de Erfpacht, en daartoe alle nodige vergunningen te hebben verkregen, op de
Vismijnsite, en dit op eigen kosten, een nieuwe vismijn te bouwen, met de
kenmerken voorzien in de Erfpacht (de “Nieuwe Vismijn”).’ Dit document werd
ondertekend op 19 oktober 2010. We gaan inmiddels het jaar 2014 in. Heeft u die
nieuwe vismijn al gezien? Neen. Hebt u al een aanvang van de bouw ervan gezien?
Neen. Hebt u al een plan ervan gezien? Neen. Een ontwerp? Een voorontwerp? Een schetsje?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten